PICEA ORIENTALIS 'AUREOSPICATA'
Gele Oosterse spar. Conifeer met een breed en dichte kegelvormige groei. Wordt ongeveer 12 m hoog en 5 m breed. Takken staan licht opstaand tot horizontaal met sierlijk afhangende zijtwijgen. Blad: korte, vierkante en stompe naalden, 6 - 8 mm met aan iedere zijde van de naalden een witte streep. Lopen felgeel uit en verkleuren nadien naar groen. Bloei: in mei met rode mannelijke, en purpere vrouwelijke bloemen. Vrucht: lang eivormige kegels tot 8 cm lang en 3 cm breed, eerst paars verkleurend naar bruin. Verkiest een zonnige tot halfschaduwrijke plaats. Vraagt een voedzame en vochthoudende bodem. Bestand tegen vervuiling. Voor solitair gebruik. Contrasteert mooi in het voorjaar met fel geel jonge scheuten.