MALUS TSCHONOSKII
Sierappelaar. Bladverliezende kleine boom met een opgaande kruin en doorgaande harttak. Wordt tot 8-10 m hoog. Blad: loopt zeer bleek uit en blijft nadien onderaan het blad ook lichtgrijs, bovenkant viltig grijsgroen. Sierwaarde zit echter in de herfstverkleuring met tinten van donkerrood tot geel Bloei: in mei met witte enkele bloemen. Bloei is echter veel minder dan de overige sierappelaars. Drachtplant voor bijen. Vruchten: in het najaar oranje-rode appeltjes . Vraagt een voedzame goed doorlatende grond, maar tevens voldoende vochthoudend. Matig ziektegevoelig. Standplaats in volle zon is bevorderlijk voor de bloei.